Om matching-vragen toe te voegen voert u een toets in en selecteert u het tabblad Vragen. Klik op Toevoegen en selecteer Match in de lijst met vragen. Matching-vragen bestaan uit elementen die logisch gezien bij elkaar horen. In itslearning worden de elementen in matching-vragen paren genoemd.
Vragen: In het vragenveld moet u opgeven op welke manier de paren logisch bij elkaar horen en ook de vraag formuleren.
Paren: Het is aan de docent om de paren te bedenken. Een paar bestaat uit een keuze en een match. De keuze is het statische gedeelte van het paar. De match kan op de keuze worden gesleept. Een voorbeeld van een paar is bijvoorbeeld 'melk' en 'koe' (de koe produceert de melk).
Het onderstaande paar is afkomstig uit het overzicht Vraag toevoegen. Het aardbeienblad (1) is de keuze en de aardbei (2) is de match. Wanneer de deelnemer de vraag ziet, worden de match-items opnieuw gerangschikt om het extra moeilijk te maken.
Wanneer u een toets maakt, ziet een matching-vraag er zoals de onderstaande afbeelding uit. De aardbei wordt op het vak met het vraagteken naast de juiste keuze gesleept. Plaats de muisaanwijzer op de afbeelding die u wilt verplaatsen, houd de linkermuisknop ingedrukt en sleep het object op het vak met het vraagteken. Het vak met het vraagteken wordt grijs ingekleurd wanneer de afbeelding op het vak wordt geplaatst. Laat de muisknop los. De afbeelding wordt in het vak geplaatst.
Voorbeelden
Op tekst gebaseerde matching-vragen
Introductietekst: Zoek de paren die bij elkaar horen.
Paar 1: Koe- Melk
Paar 2: Olifant - Slagtand
Paar 3: Paard - Zadel
Paar 4: Kip - Ei